Annuïteitenhypotheek

Het aflossingsbestanddeel is in het begin zeer laag, maar neemt toe, naarmate de looptijd van de lening verstrijkt. Voor het rentebestanddeel geldt het omgekeerde.

Wanneer, zoals in Nederland, het renteaandeel kan worden afgetrokken van het belastbaar inkomen, neemt de totale netto woonlast gedurende de looptijd van een annuïteitenhypotheek langzaam toe. Vanwege geldontwaarding en carrière-ontwikkeling kan men de lasten waarschijnlijk toch goed blijven dragen.

Per 1 januari 2013 bepaalt de Nederlandse Wet herziening fiscale behandeling eigen woning voor nieuwe hypotheken dat de betaalde rente alleen aftrekbaar als het een lening betreft die gedurende de looptijd volledig en ten minste annuïtair wordt afgelost.

Anders dan bijvoorbeeld de spaarhypotheek kent de annuïteitenhypotheek geen ingebouwde veiligheid tegen renteverhogingen. Bij een stijgende rente stijgt ook de maandelijkse last. Het is dus niet verstandig een annuïteitenhypotheek af te sluiten met een som die nog maar net kan worden betaald, tenzij ervoor gekozen wordt om de rentevaste periode gelijk aan de looptijd van de lening te houden.